Нидерландско-русский словарь
- Academisch
- Acceleratie
- Accent
- Accentueren
- Accepteren
- Accompagnement
- Accompagneren
- Accoord
- Accoord Gaan
- Accreditief
- Accu
- Accumulatie
- Accumulator
- Acht
- Achten
- Achter
- Achter Zich Laten
- Achter-
- Achteraan
- Achterblijven
- Achterdochtig
- Achtereen
- Achtergaan
- Achtergebleven
- Achtergrond
- Achterhoofd
- Achterkleinzoon
- Achterland
- Achterlaten
- Achterlopen
- Achterna
- Achternaam
- Achterst
- Achterste
- Achtersteven
- Achteruit
- Achteruit Krabbelen
- Achteruitgang
- Achtervolgen
- Achthonderd
- Achting
- Achtste
- Achttien
- Acteur
- Actie
- Actief
- Activiteit
- Activiteiten
- Activiteiten Ontplooien
- Actrice
- Actueel
- Addis Abeba
- Adelaar
- Adem
- Adem Halen
- Ademen
- Ademhalen
- Ademhaling
- Adempauze
- Ademtocht
- Aden
- Ader
- Administrateur
- Administratie
- Administratief
- Admiraal
- Admiraliteit
- Adopteren
- Adres
- Adresseren
- Advertentie
- Advies
- Adviseren
- Adviseur
- Advocaat
- Adzjarie
- Af En Toe
- (af)scheiding
- (af)wachten
- (af-) Stemmen
- Afbeelden
- Afbetalen
- Afbijten
- Afbreken
- Afbrokkelen
- Afdaling
- Afdeling
- Afdoen
- Afdoend
- Afdragen
- Afdroge Gen
- Afdruk
- Afdrukpapier
- Afdwalen
- Affiche
- Afficheren
- Affluiten
- Afgaan
- Afgedragen
- Afgelasten