Нидерландско-русский словарь
- T(h)ermometer
- T(h)ermosfles
- T.v.-
- Ta(r)taar
- Ta(r)taars
- Taai
- Taak
- Taal
- Taalkunde
- Taalwetenschap
- Taart
- Taartje
- Tabak
- Tabak(s)-
- Tabel
- Tablet
- Tachtig
- Tactiek
- Tactvol
- Tadzjiek
- Tadzjieks
- Taf
- Tafel
- Tafel-
- Tafelkleed
- Tafellaken
- Tafzijde
- Taiga
- Taiwan
- Tak
- Talent
- Talentvol
- Tallin(n)
- Talloos
- Talon
- Talrijk
- Tamboer
- Tamelijk Veel
- Tampon
- Tand
- Tand-
- Tandenstoker
- Tandvlees
- Tandwortelontsteking
- Tang
- Tank
- Tanken
- Tankschip
- Tanksoldaat
- Tante
- Tarief
- Tarra
- Tarwe
- Tas
- Tasjkent
- Tastend
- Tastzin
- Tatarie
- Taxatie
- Taxeren
- Taxi
- Tazjikistan
- Tbilisi
- Te
- Te Boven Gaan
- Te Boven Komen
- Te Buiten Gaan
- Te Drinken Geven
- Te Eten Geven
- Te Hoog Taxeren
- Te Hoop Lopen
- Te Huur
- Te Iaat Komen
- Te Koop Zijn
- Te Laat Komen
- Te Midden Van
- Te Niet Doen
- Te Onpas
- Te Paard
- Te Pas
- Te Pas Komen
- Te Veel
- Te Voet
- Te Voorschijn Komen
- Te Wachten Staan
- Te Werk Gaan
- Technicus
- Techniek
- Technisch
- Technologie
- Technologisch
- Technologisch-wetcnschappelijk
- Teder
- Teen
- Teer
- Tegel
- Tegelijkertijd
- Tegemoet
- Tegemoetkomend
- Tegemoetkoming