Нидерландско-русский словарь
- Tegen
- Tegen Elkaar Opzetten
- Tegengesteld Zijn
- Tegengif
- Tegenhouden
- Tegenkomen
- Tegenover
- Tegenover Elkaar Slaan
- Tegenover Elkaar Stellen
- Tegenovergelegen
- Tegenovergesteld
- Tegenoverstellen
- Tegenspraak
- Tegenspreken
- Tegenstand
- Tegenstand Bieden
- Tegenstander
- Tegenstelling
- Tegenstrijdigheid
- Tegenwerking
- Tegenwerpen
- Tegenwoordig
- Tegenwoordig Zijn
- Tegenwoordigheid
- Teheran
- Tehuis
- Teken
- Tekenaar
- Tekenen
- Tekenfilm
- Tekening
- Tekenkunst
- Tekort
- Tekst
- Tel Aviv
- Telefonisch
- Telefoon
- Telefoon-
- Telefoonautomaat
- Telefooncel
- Telefooncentrale
- Telegraaf
- Telegraferen
- Telegram
- Telen
- Telescoop
- Teleurgesteld Zijn
- Teleurstellen
- Teleurstelling
- Televisie
- Televisie-
- Televisiekijker
- Televisieschirm
- Televisiestation
- Televisiestudio
- Televisietoestel
- Televisieuitzending
- Telex
- Telken
- Tellen
- Teller
- Temmen
- Temmer
- Tempel
- Temperament
- Temperamentvol
- Temperatuur
- Temperen
- Tempo
- Temster
- Ten Dele
- Ten Derde
- Ten Eerste
- Ten Einde Lopen
- Ten Gevolge Van
- Ten Laatste
- Ten Tweede
- Ten Uitvoer Brengen
- Ten Uitvoer Leggen
- Ten Val Brengen
- Ten Vierde
- Ten Volle
- Tendentie
- Tenietdoen
- Tennis
- Tennisbaan
- Tennisspeler
- Tenor
- Tent
- Tentamen
- Tentoonstelling
- Tentoonstellingsstuk
- Ter Aarde Bestellen
- Ter Wereld Brengen
- Ter Wereld Komen
- Ter Wille (van)
- Terechtkomen
- Terechtstellen
- Terechtstelling
- Terechtwijzen